Eén van de dingen die ik het liefst doe, is muziek maken. Er gaat veel tijd in zitten, maar het is nooit verloren tijd. Gisteravond bijvoorbeeld, had ik zin om even piano te spelen. Ik wilde wat dingen uitproberen en timen hoe lang bepaalde stukjes duren, omdat ik die volgende week woensdag wil spelen voorafgaand aan de vesper in de Keizersgrachtkerk (Amsterdam), waarin ik de muziek zal verzorgen.
Nadat ik die paar stukjes gespeeld had, had ik nog geen zin om te stoppen. Ik heb een oud pianoboek gepakt, dat mijn moeder laatst voor mij meegenomen had en waar ik ruim 35 jaar geleden voor mijn pianolessen stukjes uit speelde. Al die jaren nooit meer gezien. Toch kon ik diverse stukjes spelen alsof ik ze vorige week had ingestudeerd. Bleken nog aardige stukjes te zijn ook. Zo had ik ze vroeger eigenlijk nooit gespeeld.
Ik heb een tijd lang lekker zitten spelen. Koptelefoon op de kop, niemand heeft last van mij. Toen ik stopte, zag ik dat ik bijna drieëneenhalf uur had gespeeld. Ik had het niet gemerkt.
Ik had dat vroeger al. Niet toen ik nog moest studeren voor de pianolessen, maar wel daarna, toen ik eenmaal gestopt was met pianoles en voor m’n plezier ging pianospelen. Ook toen al kon ik soms een paar uur achter elkaar doorgaan. Vooral als ik chagrijnig was, vond ik het vaak heerlijk om achter de piano te gaan zitten en de rest van de wereld te vergeten.
Wel jammer voor de buren, want wij hadden thuis geen piano met koptelefoon.